Kapitein Aalt Fikse over Zorg voor elkaar
‘Zorg voor elkaar’: hoe kan dat er in de praktijk uit zien? Maak kennis met Aalt Fikse (51 jaar), werkzaam bij het Leger des Heils. Hij verhuisde 2,5 jaar geleden met zijn gezin van Kampen naar Heerlen. Sindsdien zoekt hij hier naar nieuwe manieren van kerk-zijn. Wat is zijn uitgangspunt? Wat knelt? Waar droomt hij van? En waarom stemt hij 17 maart ChristenUnie?
“In mijn werk spreek ik veel mensen, bijvoorbeeld in onze Ontmoetingswinkels in verschillende steden in Limburg of in onze Ontmoetingsbus. Veel van hen zijn in hun jeugd liefde en aandacht tekort gekomen en worstelen nu met de gevolgen daarvan. Ik probeer naar hen te luisteren, écht te luisteren. Mijn uitgangspunt daarbij is dat je pas over iemand kunt oordelen als je een paar schoenen in zijn of haar leven versleten hebt.
Ik zie dat er veel mooie initiatieven zijn om mensen te helpen. Denk bijvoorbeeld aan Schuldhulppreventie of persoonsgebonden budgetten (PGBs). Tegelijkertijd zie ik dat het vaak niet lukt om de mensen te bereiken die hulp nodig hebben, omdat het die mensen niet lukt zelf het eerste stapje te zetten. Zo hebben mensen met schulden niets aan het bestaan van Schuldhulppreventie als ze de weg naar het gemeenteloket niet weten te vinden. En zo merkte ik afgelopen week nog bij een meneer in Geleen dat je niets hebt aan recht op een PGB als je niet zelf het aanvraagformulier weet te downloaden. Dat knelt.
Daarom droom ik ervan dat elke straat een eigen ontmoetingsplek heeft. Dat er in elke straat iemand is die zijn of haar huiskamer af en toe openstelt voor mensen in de straat. Dat die huiskamers plekken zijn waar mensen écht naar elkaar luisteren en waar mensen die hulp nodig hebben, hulp krijgen of worden doorverwezen. En waar mensen aanbieden met je naar het gemeenteloket te gaan of het PGB-aanvraagformulier voor je te downloaden als dat het eerste stapje is dat je moet zetten.
Ik stem 17 maart ChristenUnie, omdat de politici van die partij mijn droom delen. Ook zij willen dat buurten alle ruimte en steun van de overheid krijgen om onderling te zorgen voor goede zorg (zie Hoopvolle keuze #4). Maar nog belangrijker voor mij is dat ik vertrouwen heb in de ChristenUnie-politici en hun motieven. Zij krijgen daarom mijn stem.“